Er zijn verschillende angststoornissen. Een kind kan niet durven spreken op school of het kind heeft bijvoorbeeld faalangst. Kinderen kunnen ook bang zijn om sociale contacten aan te gaan of niet durven om naar school te gaan en school weigeren. Er kan ook een specifieke angst (fobie) zijn. Er kan ook sprake zijn van algemene angst en angst om van je ouders gescheiden te worden. Ook dwangstoornissen kunnen voorkomen. Dan gaat het meer om het herhalen van handelingen (dwanghandelingen). Dit zien we meer bij oudere kinderen, adolescenten.
Op zich hoeft angst niet een stoornis te zijn, maar waar het hier om gaat is dat kinderen in hun dagelijkse functioneren worden belemmerd en ze last hebben van de angst en daardoor situaties gaan vermijden. Ze hebben er last van. Het staat hen in de weg om ontspannen en onbezorgd te zijn. Hierdoor wordt hun ontwikkeling belemmerd.
Veelvoorkomende angstgedragingen:
Het palet van angststoornissen is heel divers. In de diagnostiek wordt gericht gekeken naar de angststoornis(sen) die is (zijn) uitgevraagd bij de intake. Er worden vragenlijsten ingevuld door ouders en school. Het kind wordt 1-op-1 getest, waarbij gekeken wordt naar intelligentie en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hoe voelt het kind zich, hoe is het welbevinden, waar zit de angst specifiek op en waar uit het zich in? Beschermende factoren en risicofactoren worden in kaart gebracht en waar de behandeling zich op kan richten.
Cognitieve gedragstherapie is de ‘evidence-based’ behandeling bij angststoornissen. Dit wil zeggen dat we vanuit wetenschappelijk onderzoek weten hoe we het denken, voelen en handelen van kinderen positief kunnen beïnvloeden. Hierdoor kunnen zij zich minder angstig voelen en situaties minder vermijden.
In de behandelingen maken we o.a. gebruik van exposuretechnieken. Dit wil zeggen dat we de angstige situatie (al dan niet denkbeeldig) opzoeken en kernovertuigingen over de situatie aanpassen, waardoor het kind beter met de situatie om kan gaan. Hierdoor vermijdt het kind minder en wordt de ontwikkeling gestimuleerd. EMDR (zie ook TRAUMA) kan eventueel ook bij angst worden ingezet. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een ingrijpende gebeurtenis, maar ook als de aanleiding niet helder is.
Ouders en school worden betrokken bij de behandeling. Het is heel belangrijk dat school weet wat ze kunnen doen binnen de klassensituatie. In het geval van faalangst is het van belang dat de school weet wat er speelt en waar het kind behoefte aan heeft.
Angst kan in aanleg zijn meegegeven en zijn aangeleerd. Daarom is het nodig om u als ouder te betrekken bij de behandeling.
Angst en somberheid liggen dichtbij elkaar. Daarom kan de diagnostiek en behandeling zich ook richten op een stemmingsstoornis.